Italiaanse partijen zetten zich schrap voor vervroegde verkiezingen
Er was de afgelopen weken toch nog iets gaande, naast de bloedige Russische invasie van Oekraïne, de miljoenen vluchtelingen die door Europa trekken, de angst voor een (nucleaire) escalatie en de almaar stijgende energieprijzen? Inderdaad, de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Het zijn van oudsher lastige verkiezingen voor de campagneteams van landelijke partijen, maar op 24 februari konden alle uitgedachte plannen – zoals 'dit zijn de woonverkiezingen' – door de papierversnipperaar. De kiezers volgen sindsdien de gebeurtenissen in Oekraïne op de voet, zo blijkt uit de laatste kiezersonderzoeken, maar de naderende verkiezingen bleven op de achtergrond. Niet voor niets wordt verwacht dat de opkomst lager zal worden dan de opkomst van 55 procent in 2018.
Ook als de verkiezingsuitslagen woensdag en donderdag naar buiten komen, zal de aandacht van het grote publiek waarschijnlijk weer snel verschuiven naar wat de grootste Europese crunch sinds de Tweede Wereldoorlog wordt genoemd. De partijstrategen in Den Haag zullen er niet per se rouwig om zijn. Uit de slotpeiling van I&O Inquiry blijkt dat van alle landelijke partijen die in meer dan tachtig gemeenten meedoen (CDA, VVD, D66, PvdA, GroenLinks, SP en ChristenUnie), er niet één op winst staat ten opzichte van vier jaar geleden. De ChristenUnie blijft stabiel, de residue staat op verlies. De kiezers van de gevestigde partijen blijven overlopen naar de lokale partijen.
Menig landelijk kopstuk zal na de uitslagen dan ook met plezier overgaan tot de orde van dag, maar dat kan niet verhullen dat er binnen de partijen wel degelijk met argusogen naar de uitslagen wordt gekeken. Ook als het onmiddellijke effect beperkt blijft, kunnen de lokale verkiezingen op termijn de positie van partijleiders beïnvloeden. Als er al twijfels broeien binnen een partij blijven die bij een tegenvallende uitslag dooretteren. Omgekeerd kan bij een beter dan verwacht resultaat de stabiliteit toenemen.
Weinig zorgen bij VVD, wel bij CDA
Binnen de VVD zijn er vooralsnog weinig zorgen. De liberalen lijken opnieuw de grootste te worden onder de landelijke partijen, al dreigt er dan een verlies ten opzichte van 2018. Premier Marking Rutte verscheen de afgelopen dagen in meerdere talkshows en presenteerde zich daarbij vooral als de staatsman in crisistijd. In het verleden opteerden kiezers in moeilijke tijden vaak voor vertrouwd leiderschap, maar het is de vraag of dat upshot ook optreedt bij lokale verkiezingen.
Zeker is dat Rutte, maar ook CDA-leider Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en D66-leider Sigrid Kaag (Financiën) de afgelopen weken meer in beeld waren dan veel van hun landelijke rivalen, mede door de internationale crisis, al ondervonden Rutte en Kaag dinsdag ook hinder van hun kabinetsfuncties. Beiden moesten het NOS-slotdebat met de partijleiders laten schieten vanwege verplichtingen in de Eerste Kamer.
Van alle regeringspartijen staat er voor het CDA nog het meeste op het spel. Van oudsher laat de partij zich voorstaan op een diepe lokale worteling, maar dice dreigt bij deze verkiezingen definitief te verdwijnen. Een nieuwe nederlaag lijkt onafwendbaar. Binnen het CDA hopen ze vooral dat de somberste peilingen niet uitkomen. Een lage opkomst kan daarbij gunstig uitpakken, omdat de relatief oude CDA-kiezers meestal trouw komen opdagen. Wat ook helpt: landelijke rivalen als Ja21 en BBB laten deze verkiezingen grotendeels aan zich voorbijgaan.
Hoe meer lokale CDA'ers hun functies verliezen, hoe luider het gemor in de toch al onrustige partij kan worden. Partijleider Hoekstra wist niet te overtuigen bij de landelijke verkiezingen en menig CDA'er vraagt zich af wat hij precies met de partij van plan is. Bij een nieuwe afstraffing neemt de druk op Hoekstra toe om met een antwoord te komen op dice vraag.
Twijfel bij links
Bij de linkse oppositie is er ook twijfel te bespeuren. De SP, die sinds het aantreden van Lilian Marijnissen in 2017 geen verkiezing heeft gewonnen, doet in aanzienlijk minder gemeenten mee dan in 2018. Bij een tegenvallende uitslag kan de lokale voetafdruk van de socialisten opeens heel klein worden, wat ook invloed heeft op de financiële positie van de partij, die leunt op afdrachten van bestuurders en volksvertegenwoordigers.
GroenLinks is vooral in de studentensteden verwikkeld in een scherpe strijd met D66. Jesse Klaver heeft de afgelopen jaren steeds benadrukt hoe belangrijk het is dat zijn partij bestuurlijke ervaring opdoet in het land. Na de tegenvallende uitslag bij de Kamerverkiezingen en de mislukte formatie, zal lokaal terreinverlies een nieuwe tik zijn voor Klaver, inmiddels een van de langstzittende partijleiders in Den Haag.
Bij de PvdA moet Lilianne Ploumen, die bij de Kamerverkiezingen vorig jaar op het allerlaatste moment Lodewijk Asscher verving, haar positie nog bevechten. Opvallend is dat iemand als Frans Timmermans, die de PvdA de grootste partij maakte bij de Europese verkiezingen in 2019, nu ook wordt ingezet in deze lokale campagne. In Amsterdam timmert wethouder Marjolein Moorman als lijsttrekker aan de weg. Als zij erin slaagt om de partij daar weer op de kaart te zetten, zal dat ook bij landelijke PvdA'ers niet onopgemerkt blijven.
Twee partijen kraaien donderdag vrijwel zeker victorie. Forum voor Democratie (op het stembiljet in 50 gemeenten) en de PVV (31 gemeenten) doen op veel meer plekken mee dan in 2018. De vraag is wel hoelang de feestvreugde duurt. Beide partijen hebben een rijke traditie opgebouwd van lokale en provinciale afsplitsingen en ruzies.
Source: https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/landelijke-kopstukken-zetten-zich-schrap-er-valt-weinig-te-winnen-te-verliezen-des-te-meer~beff5bf5/
Posted by: davisspont1970.blogspot.com
0 Response to "Italiaanse partijen zetten zich schrap voor vervroegde verkiezingen"
Post a Comment